Rode wijn
Rode wijn wordt gemaakt van blauwe druiven. Na het handmatig of machinaal plukken worden de druiven geperst. Voor de verdere productie van de rode wijn wordt de most, dit is het versgeperste maar nog niet vergiste sap van druiven gedurende een bepaalde periode met de druivenschillen vergist. Deze periode duurt ongeveer twee weken. Door de kleurstoffen in de schil krijgt de wijn tijdens deze periode zijn rode kleur. De tint van de rode wijn is onder andere afhankelijk van het gebruikte druivenras. Gedurende het rijpen van de wijn kan de kleur en de tint ook nog veranderen. Jonge rode wijn heeft vaak een paarsige kleur. Oude wijnen kunnen wel eens een oranje tint hebben. De smaak van de wijn is afhankelijk van de gebruikte druivensoort, de plek waar de druiven verbouwd zijn en de gebruikte technieken bij het maken van de wijn. De producent maakt keuzes wat betreft de selectie van de druiven, hoe lang hij de schillen laat inweken en hij kiest hoe hij de wijn laat rijpen, op roestvrijstalen tanks of op hout. Al deze keuzes beïnvloeden de uiteindelijke smaak en kwaliteit van de wijn.